Geschiedenis
In het bouwbestek van de eerste kerk uit 1866 wordt niet gerept over een orgel.
Aangenomen moet worden dat gezien de financiële toestand van de gemeente hier in het begin geen plannen voor waren.
In de notulen van de kerkvoogdij van 11 februari 1887 wordt voor het eerst over een orgel gesproken. Later dat jaar wordt daadwerkelijk tot aankoop van een ‘Seraphine-orgel’ overgegaan en wel voor het bedrag van Fl. 202,00.In 1910 ging men over tot de aanschaf van een echt kerkorgel.
De bouwer van dit pijporgel was de heer Hendrik Jan van der Molen (1865-1951) uit Steenwijk. Dit orgel werd op een balustrade achterin de kerk geplaatst en met behulp van een pomp van wind voorzien. Tijdens de kerkdiensten werd deze pomp bediend door leden van de Jongelingsvereniging. Dit als tegenprestatie voor het gebruik van het verenigingsgebouw.
Dit orgel werd tijdens de ochtenddienst van zondag 10 april 1910 in gebruikgenomen. Bij die gelegenheid hield Ds. P. W. Foeken een feestrede.
Orgel na de brand
Na de brand in 1930 waarbij het oude orgel volledig verloren is gegaan, is in het nieuwe kerkgebouw nog niet direct een nieuw orgel geplaatst. De gemeentezang wordt vermoedelijk begeleid met behulp van een harmonium. Op 20 sept 1938 kreeg de gemeente weer de beschikking over een kerkorgel. Het was een eenklaviers instrument met een elektro-pneumatische tractuur. Het orgel werd boven de kansel geplaatst en telde 9 stemmen. Bouwer was de firma Reil te Heerde.
Huidige orgel (1961)
Jaren later werd vanwege mankementen besloten tot een nieuw orgel (het huidige), dat in 1961 werd gebouwd, eveneens door de firma Reil. Hierbij werden verschillende pijpen uit het oude orgel gebruikt, onder meer de Subbas 16’ in het pedaal, en de Trompet 8’.
Toen besloten werd om een grondige renovatie van het kerkinterieur uit te voeren in 2003, is ook het idee gaan leven om bewust in dezelfde periode tevens het orgel onder handen te nemen. Opnieuw kreeg de firma Reil de opdracht, deze taak op zich te nemen. Begin april 2003 is het orgel na een grondige restauratie weer opgeleverd. De dispositie is uitgebreid met 1 register, nl. een Viola di Gamba 8’.
De gehele dispositie is als volgt:
Klavier 1:
Prestant 8’,
Roerfluit 8’ Octaaf 4’
Quint 2 2/3
Cornet 5 sterk
Octaaf 2’’
Mixtuur 3-5 sterk
Trompet 8’
Klavier 2:
Holpijp 8’
Viola di Gamba 8’
Prestant 4’
Roerfluit 4’’
Nachthoorn 2’
Sexquialter 2 sterk
Pedaal:
Subbas 16’
Octaafbas 8’.
Tremulant, Manuaalkoppel, Pedaalkoppels 1 en 2
Bronnen bij bovenstaande tekst:
Diverse archiefstukken Herv. Gem. Emst
L. Dalhuisen, ´De Emster orgelgeschiedenis´ 2002.